01 juli 2008

1 juli

Na een lange tijd eindelijk weer een post vanuit Hoorn.
De laatste keer beschreef ik een rustig ritje ergens in mei.
De vakantie liep langzaam ten einde, en ik heb in die twee weken toch redelijk wat kilometers weggetrapt (± 500 km).
Met de CV in het verschiet had ik het idee om op het laatste moment toch nog wat trainingsarbeid te moeten verrichten. Van langere tochten is het helaas niet gekomen. Daardoor bleef het ritje naar Dronten (140 km) van 3 mei mijn langste trainingsafstand.

Toen begon de school weer: in de ochtend een rustig duurritje om niet uitgeput op school aan te komen. In de middag op weg naar huis reed ik soms met hoge snelheid of deed ik een intervaltraining. De topsnelheid kwam steeds iets hoger te liggen. Het verschil in tijd tussen mezelf het snot voor de ogen te rijden of gewoon rustig te toeren valt mij elke keer weer erg tegen.
Als ik rustig aan rijd ben ik meestal binnen een uur op school; laten we zeggen in 58 minuten van deur tot deur (38,3 kmpu)
Als ik echt alles uit de kast haal en alles zit mee dan red ik het soms in 51 minuten (43.5 kmpu). Sneller ben ik nog nooit geweest.

Na de meivakantie brak er voor mij een spannende periode aan. Omdat ik dit jaar examensecretaris van mijn school ben geworden, heb ik de verantwoordelijkheid voor het draaiboek rond alle examens. Doordat er dit jaar nogal wat personele verschuivingen hebben plaatsgevonden door de overgang van de oude directie, naar een interim management en vanaf april naar een nieuwe (blijvende) directie, is mijn taak ook lange tijd onduidelijk geweest. Daardoor heeft er een moeizame overdracht plaatsgevonden tussen mijzelf en mijn voorganger. Het resultaat was dat er in de laatste maanden nog erg veel werk verzet moest worden. Er werden fouten gemaakt en het leerproces draaide op volle toeren. Er waren lange dagen nodig om de nodige verrichtingen uit te kunnen voeren. Gelukkig vond ik erg veel steun bij mijn collega’s van het hoofdkantoor (in Alkmaar). Ook kreeg ik het vertrouwen van mijn nieuwe directeur. Helaas had ik regelmatig last van slapeloze nachten en stress. De nieuwe Valeriaanpillen van het Kruidvat werkten gelukkig beter dan ooit.

De examens verliepen buitengewoon soepel. De leerlingen leken op tijd klaargestoomd voor hun finale proef. Doodse stilte heerste er in de lokalen. Drukte bij de docenten die zich verbaasden over het (meestal lage) niveau van de vragen. Nóg meer verbazing bij mij bij het bekendmaken van de (hoge) normeringtermen. Is het nog wel mogelijk om niet te slagen?
Uiteindelijk bleken er van de 80 examenkandidaten, 3 leerlingen nog een herretje nodig te hebben. Ook zij zijn uiteindelijk geslaagd…..100% dus!
De diploma-uitreiking vond afgelopen donderdag plaats. Pjew…wat een opluchting.
Deze klus was geklaard en ik kon eindelijk denken aan mijn aanstaande zomervakantie.

Tussendoor vonden er in Sloten (bij Amsterdam) nog wat wedstrijdjes plaats; CycleVision 2008.
Ik had mij in geschreven voor 3 afstanden: de één-uurs-tijdrit, de velomobielenrace/ criterium over 25 km en als klap op de vuurpijl een race over 6 uur (+ 1 ronde).
Vorig jaar reed ik met mijn Limit bij de top 20 aardig mee. Hoe zou dat dit jaar met mijn nieuwe en snellere Quest gaan? Vooraf zou ik bij zijn met een plaats 15 ofzo. Top tien zou fantastisch zijn. Ik had mijn Quest al op vrijdag naar het sportpark gereden en tussen de kampeerders geparkeerd. Slapen deed ik gewoon in het eigen waterbed. De volgende ochtend zou ik met de auto naar het wedstrijdparcours komen om volledig uitgerust aan de eerste rit te kunnen beginnen.

Voor de start van de een-uurs-tijdrit kwam ik Wim tegen. Hij zou starten met zijn geheime wapen…de stroomlijnkap. Ai, daar had ik niet op gerekend. Daarom vroeg ik of ik zijn superpomp even mocht lenen om mijn banden nóg harder op te pompen. Kees (Schouten) deed de controle voordat de deelnemers naar de startgrid doorliepen. Wim starte twee plaatsen voor mij, daarna ging Kees(van Malsen) op zijn Batavus van start.

De vlag ging naar beneden en mijn hartslagmeter maakte direct overuren; zo hoog (170 bpm) haal ik nooit tijdens mijn woonwerk ritjes. In ieder geval ging het wel lekker en haalde ik alles uit de kast. Mijn gemiddelde hartslag kwam uit op 165 bpm, wat ongeveer 90 % van mijn max is. Ik finishte na 50, 1 km als 7e (als derde Quest en als eerste zonder dichte stroomlijnkap). Wauw wat een resultaat. Wim was helaas na een klein half uur met kramp uitgevallen. Volgend jaar hoop ik er weer een goede tegenstander bij te hebben.
Ik parkeerde mijn Q217 weer op het kampeerveld en ging met de auto naar huis. Ik stortte neer op de bank, at en dronk en at en dronk en ging verder met eten en drinken……en….
Kortom ik was echt behoorlijk moe.
Na een ongewoon middagdutje ging ik rond vijf uur weer richting Sloten om op tijd te zijn voor de start van de gecombineerde velomobielen race en criterium voor andere ligfietsen.
De 25 km werden binnen een half uur afgeraffeld (51,5 kmpu). Dit keer 8e (7e Quest), wat ik ook een superresultaat vind. Hier zat meer in; 5 deelnemers binnen 45 seconden. Ik kwam helaas ook niet volledig uitgeput over de finisch. Kennelijk zat ik al met de race van de volgende dag in mijn hoofd.

Na een heerlijk nachtje in mijn eigen bed ging om ongeveer 8:15 de 6 uurs wedstrijd van start. Waanzin!!!
Hoe moet je zo’n race nu indelen? Ik had mezelf voorgenomen om lekker rustig te starten en mijn hartslag rond de 145 te houden. Met een gemiddelde van 40 kmpu zou ik op 240 km uitkomen en dat leek mij wel redelijk. Helaas ging het bij de start al meteen fout. 47 kmpu bij een hartslag van 140-145. Veel te snel. Maar ach…het ging wel erg soepel, dus toch lekker met de rest meegereden. Meteen vanaf het begin had ik een vast punt waar ik elke ronde wat zou drinken. Na een half uur een broodje, na een uur een banaan, af en toe een koekje en veel drinken.
Eindelijk had ik mijn streefgewicht van 75 kilo, en nu stond ik aan de start met een ballast van vele kilogrammen: 2 liter water, 3 liter limonade, 0, 75 liter energy drank, 8 boterhammen, 3 bananen en een pak koek.
Het eerste uur ging snel voorbij, en zo ook het tweede uur. Altijd was er wel een groepje in beeld om in te halen (en wakker te blijven). Ik vond de saaiheid van de rit eigenlijk erg meevallen. Maar na ongeveer 2½ uur kwam Xander langszij en kon ik mij niet beheersen en reed achter hem aan. Dom natuurlijk. Even een rondje in de 48 en mijn eerste inzinking was daar. Toen mijn hartslag weer het normale peil had bereikt was ik 20 minuten verder en lag mijn snelheid nog maar op 42 kmpu. Dom, dom, dom…..
Na 3½ uur kwam de grote klap. Mijn rechter bil deed zeer. Ik had gelukkig een stuk schuimrubber bij mij om in mijn nek te leggen, maar dat kon ik nu gebruiken als extra zitkussentje. Ook begon deed mijn linker knie ineens behoorlijk zeer. Ik liet het tempo zakken in de hoop dat er enig herstel zou plaatsvinden. Ik zag het niet meer zitten en dacht over opgave! Een aantal ronden stond ik boven op het bruggetje bijna stil; ik had er geen kracht meer voor, mijn knie leek stuk en mijn zitvlees was op. Op dat moment kwam Bastiaan Welmers in zijn Blauwe Q langs en vond ik nieuwe motivatie om aan te haken. Ik bleef kleven op 10 cm afstand en vond langzaam de snelheid weer terug. Een aantal rondjes gingen voorbij totdat ik Bastiaan zelfs weer voorbij kon gaan. Langzaam verdween De Blauwe Quest uit mijn beeld (via het spiegeltje). Ik kwam er achter dat ik 1½ liter limonade over zou houden en dus gooide ik de ballast over boord. Dat gaf ook weer extra mentale kracht.


Op een later moment kwam Bastiaan weer terug, maar kon ik zijn aanval pareren .
De laatste uren verliepen rustig. Ik had mijn draai weer gevonden, maar durfde mijn snelheid niet meer te verhogen. Uitrijden is belangrijker dacht ik op dat moment.
Aan het einde van de race probeerde ik nog even alles op alles te zetten en perste ik er nog twee rondjes ruim boven de 47 kmpu uit. Ik was dus nog niet op. Jammer.
Ik finishte als 7e en had met een gemiddelde van 43,3 kmpu 262,5 km afgelegd. Opnieuw een wereldprestatie (al zeg ik het zelf).

Na afloop en een praatje hier en daar, ben ik weer ingestapt en heb mijn Q217 naar Amsterdam Noord gereden en geparkeerd in school. Omdat de auto nog op de parkeerplaats van de sportpark stond, was ik een uur later weer samen met Sonja terug om dit maal met de Volkswagen naar Noord te rijden.

Het was een uitmate geslaagd weekend. De organisatie was super (Jack en alle vrijwilligers ), het weer zat enorm mee (Peter Timofeef of Jan Visser ?), de gezelligheid was top (iedereen) en de prestaties waren groots (bijna idereen). Dank.

Geen opmerkingen: